Stel je eens voor. Het is het jaar 3070 en alle ziektes die maar op een bepaalde manier genetisch gerelateerd zijn, zoals kanker of de ziekte van Huntington, komen niet langer meer voor op onze aardbol. Klinkt als een droom, nietwaar? En dit kan misschien wel werkelijkheid worden. Dit kan namelijk mogelijk gemaakt worden door het DNA van mensen te veranderen. Daarbij kunnen genen die verantwoordelijk zijn voor genetische ziektes weggehaald worden.
Stel je eens voor. Het is het jaar 3070 en alle ziektes die maar op een bepaalde manier genetisch gerelateerd zijn, zoals kanker of de ziekte van Huntington, komen niet langer meer voor op onze aardbol. Klinkt als een droom, nietwaar? En dit kan misschien wel werkelijkheid worden. Dit kan namelijk mogelijk gemaakt worden door het DNA van mensen te veranderen. Daarbij kunnen genen die verantwoordelijk zijn voor genetische ziektes weggehaald worden.
Genetische modificatie is het magische woord. Je hebt hier vast wel eens over gehoord. Kort gezegd is dit het bewerken van DNA in het genoom van een organisme. Het is nog niet zo bekend, maar intussen is het al een behoorlijke tijd aan de gang. Zo kozen boeren eeuwen geleden er al voor om planten met de beste oogst met elkaar te kruizen, om zo voortdurend een mooie oogst te krijgen. Neem bijvoorbeeld tomaten, die zo gekruist zijn dat ze langer goed blijven. Bananen zoals we ze kennen waren oorspronkelijk kleiner en zaten vol met pitten. Genetische modificatie heeft ze smakelijk, pitloos en makkelijk te pellen gemaakt.
Sinds we weten dat bepaalde mutaties verantwoordelijk zijn voor ziektes, zijn onderzoekers bezig geweest met het vinden van technieken om DNA te veranderen. Er zijn al technieken die dit kunnen, maar nu is er een nieuwe methode ontdekt die het nog sneller en daarmee nog aantrekkelijker maakt om een gen te veranderen: het gebruik van CRISPR-Cas9.
Deze techniek komt uit bacteriën waarbij sommige soorten het gebruiken als bescherming tegen pathogenen, zoals virussen. Nadat een bacterie een virusaanval heeft overleefd, kan de bacterie een stukje van het virale DNA afknippen en bij zich houden, in een archief genaamd CRISPR. Bij een volgende aanval kan de bacterie dan met een eiwit (Cas9) het virus herkennen en hetzelfde stukje DNA in het virus wegknippen, waardoor het virus onschadelijk wordt gemaakt.
Nadat onderzoekers uitvonden dat ze CRISPR zelf kunnen toepassen op levende cellen, ging een wereld voor ze open. Tegenwoordig kunnen zij deze techniek gebruiken om het genoom van een cel te bewerken op welke manier dan ook, zoals het toevoegen, verwijderen of veranderen van gensequenties. Zo kan bijvoorbeeld een mutatie uit het DNA gehaald worden dat anders tot kanker zou kunnen leiden.
Wat houdt ons dan tegen om aan de slag te gaan? Ten eerste is de techniek nog erg nieuw. De andere technieken zijn momenteel meer betrouwbaar en zijn ook prima te gebruiken. Voordat we aan de slag gaan met CRISPR, moeten we wel zeker weten waar we aan toe zijn. Zo kan, als de techniek faalt, dit juist leiden tot nieuwe mutaties in het DNA, wat de situatie alleen maar verslechterd. Toch zou, zodra we een beter begrip hebben van hoe kleine genaanpassingen een invloed hebben op ons lichaam, deze techniek wel eens heel goed van pas kunnen komen. Zo is er al met gebruik van CRISPR onderzoekers het gelukt om het HIV-virus uit levende cellen te halen.
Daarnaast kunnen we het nog groter uitpakken. Genetische modificatie kan ook toegepast worden op geslachtscellen, zodat er al voor de geboorte van een baby ervoor gezorgd kan worden dat het kind later geen risico’s loopt om gevaarlijke ziektes te krijgen. Hier is echter nog veel discussie over. Waar genetische modificatie in een individu een ziekte kan elimineren en het daarbij kan laten, kan genetische modificatie in een geslachtscel echter het hele menselijke ras veranderen.
Zodra men namelijk de stap maakt om het DNA in een geslachtscel te modificeren, zal dit DNA ook doorgegeven worden aan de volgende generaties. Zo zouden er langzaamaan steeds meer gemodificeerde mensen rondlopen. Daarnaast zijn er nu ook ideeën over het maken van 'designer baby’s'. Men kan ervoor kiezen om naast het verwijderen van een mutatie, ook eigenschappen aan het DNA toe te voegen om het kind later niet alleen gezond te maken, maar om het ook een snel metabolisme te geven bijvoorbeeld. Ook hierbij is het van belang om niet ver te gaan. Zo is er niet voor niets genetische diversiteit op onze wereld, en kan dit fenomeen ook veranderd worden.
Het is dus belangrijk om te weten hoe ver wij willen gaan met genetische modificatie. Als we er eenmaal mee beginnen, kunnen we niet meer terug. Een goede start kan zijn om het eerst met mate te gebruiken en meer inzicht in genetische modificatie te verkrijgen. Maar zodra we deze fase passeren en iedereen gewend is aan het idee, zal genetische modificatie ongetwijfeld een grote rol spelen in de toekomst.