‘Koffie is leven’ is een motto waaronder menig student leeft. Goed nieuws voor deze koffieverslaafden onder ons, koffiedrinkers leven gemiddeld namelijk langer dan mensen die geen koffie drinken. De vraag is echter of de daadwerkelijke koffie zorgt voor een langer leven of andere factoren die komen kijken bij het drinken van een kopje koffie dit doen.
Het blad Annals of Internal Medicine publiceerde onlangs twee artikelen met resultaten van een langlopend onderzoek naar de koffieconsumptie van honderdduizend Europeanen en Amerikanen. Het resultaat dat zij presenteerden: elk moment van de dag loopt een koffiedrinker een kleinere kans om te overlijden dan een niet-koffiedrinker. Koffiedrinkers hebben vooral een kleinere kans op een dodelijke spijsverteringsziekte en daarnaast komen fatale hart- en vaatziekten significant minder vaak voor.
Hoeveel koffiedrinkers gemiddeld langer leven is afhankelijk van welke correctiefactoren worden meegenomen in de conclusie gevormd na het onderzoek. Het effect van koffie is bijvoorbeeld niet significant wanneer er geen correctie wordt gemaakt voor rookgedrag. Rokers drinken vaker koffie dan niet-rokers, maar de gunstige effecten van de koffie zijn bij hen verwaarloosbaar vergeleken met de schade die de sigaretten aanrichten in het lichaam. Om zoveel mogelijk bijeffecten weg te filteren werd er onder andere ook nog gecorrigeerd voor BMI, alcoholconsumptie en hoeveelheid lichaamsbeweging. Koffiedrinken bleek, inclusief al die correctiefactoren, de kans van overlijden op een willekeurig moment met maximaal 18 procent te verminderen. Deze maximale winst treedt alleen op bij gemiddelde tot hoge koffieconsumptie. In Nederland komt dat neer op zo’n 500 tot 750 milliliter per dag. Dit staat gelijk aan ongeveer vier tot zes kopjes. Naar mijn idee drinkt een gemiddelde student wel meer dan die paar kopjes per dag, maar of dat ook zorgt voor een groter levensverlengend effect blijft in het artikel onduidelijk.
De onderzoekers blijven er toch bij dat koffie nog geen levenselixer is. Het onderzoek toont namelijk een correlatie aan en geen causaal verband. Eveneens zijn bijvoorbeeld genetische factoren in dit onderzoek niet meegenomen, ondanks dat deze wel een grote rol kunnen spelen. Toch leverde het onderzoek wel aanwijzingen op dat een paar kopjes koffie per dag goed zijn voor de gezondheid. Een subonderzoek toonde namelijk aan dat koffiedrinkers over het algemeen een gezondere lever en een beter, door het lichaam, gecontroleerde bloedsuikerspiegel hebben. Dit is mogelijke te danken aan de polyfenolen in de koffie, deze hebben een antioxiderende werking.
Een ander heilzaam effect van de koffie, wat vaak over het hoofd wordt gezien, is het sociale aspect van het koffie drinken. Veel mensen drinken koffie ook voor de gezelligheid. Het ritueel van het koffie drinken wordt niet meegenomen in de onderzoeken naar het koffie drinken terwijl dit wel van belang zou kunnen zijn.
Het onderzoek wijst uit dat het levensverlengende effect van koffie drinken heeft niets te maken met cafeïne. Ook mensen die liever ‘decaf’ drinken lopen minder kans om te overlijden. Dat zou dan weer een aanwijzing kunnen zijn dat het ‘koffiedrink-ritueel’ wellicht weldegelijk een groot aandeel heeft in het levensverlengende effect.
Alles samengenomen is het een feit dat koffiedrinkers langer leven. Het blijft nog even gissen of het verlengende effect te danken is aan het ritueel of dankzij de koffie zelf. Een paar kopjes koffie per dag kan klaarblijkelijk geen kwaad en doet juist goeds voor je. Daadwerkelijk je leven verlengen blijft nog eventjes koffiedik kijken.